
Doe kleine klusjes eventueel zelf

Zoek een vakman voor het grote werk
Elektriciteit aanleggen is moeilijk, dat kan niet zomaar iedereen. En in de badkamer heb je dan ook nog te maken met allerlei veiligheidseisen, want water en elektriciteit gaan namelijk niet samen. Je kunt twee dingen doen als je elektriciteit in de badkamer (of waar dan ook in huis) wilt aanleggen: een vakman inhuren of zelf aan de slag gaan. Maar ga alleen zelf aan de slag met elektriciteit als je precies weet wat je doet. Heb je dus geen ervaring met of kennis van de elektrische installatie in jouw huis, vertrouw dan niet alleen op
Moet je hele badkamer (opnieuw) voorzien worden van elektrische leidingen, bedrading en aansluitingen? Dan kun je dat het beste aan een elektricien of installateur overlaten. Die weten precies hoe het moet en hoe het zit met regels, veiligheidseisen en goedgekeurde materialen.
Hoeft er alleen een stopcontact of lichtschakelaar toegevoegd, vervangen of verplaatst te worden, dan kun je eventueel zelf aan de slag. Maar als je nog nauwelijks of geen ervaring hebt met klussen in huis, kun je ook daar beter niet in je eentje aan beginnen. Zoek er liever iemand bij die je kan uitleggen hoe je te werk moet gaan en die je kan begeleiden, of eventueel de klus over kan nemen als het voor jou toch te moeilijk is.
De veiligheidseisen waar je in de badkamer mee te maken hebt, vind je hier!
Ook als je wel een aardlekschakelaar hebt, zul je strenge veiligheidseisen in acht moeten nemen. De badkamer wordt daarvoor ingedeeld in zones:
-
Zone 0: de badkuip of douchebak zelf.
-
Zone 1: de ruimte van 0 tot 2 meter 25 boven bad of douchebak.
-
Zone 2: de ruimte tot 60 centimeter naast de badkuip of douchebak. Zone 2 is 2 meter 25 hoog. Ook het plafond boven zone 1, dat hoger is dan 2 meter 25, bevindt zich in zone 2.
-
Zone 3: de rest van je badkamer. Ook het plafond boven zone 2 valt in zone 3, als het hoger zit dan 2 meter 25 vanaf de vloer, tenminste.
-
Heb je een open douche (dus een douche die niet van de rest van de badkamer gescheiden is door een douchecabine), dan geldt voor jouw badkamer een verruimde zone 1: een straal van 1 meter 20 rondom de douchekop.
Stopcontacten en schakelaars mogen alleen in zone 3 worden geplaatst. Een stopcontact of lichtschakelaar vlak naast je douchecabine mag dus niet, er moet altijd minstens 60 centimeter tussen zitten. Ook moeten je stopcontacten, dimmers en schakelaars altijd voorzien zijn van randaarde.
Omdat water en elektriciteit nu eenmaal een fatale combinatie vormen, gelden er voor elektrische installaties in de badkamerstrenge regels en eisen.
Om te beginnen moet je uitzoeken of jouw huis over eenaardlekschakelaar beschikt. Zo’n schakelaar schakelt de stroom uit bij kortsluiting en overbelasting. Hij zit in de meterkast en kan eruitzien als een grote schakelaar, maar het kan ook een draaiknopzijn.
Als je huis oud is, kan het zijn dat je geen aardlekschakelaar kunt vinden. Waarschijnlijk heb je er dan ook geen. In dat geval mag je in de badkamer geen gewone stopcontacten, schakelaars of dimmers plaatsen. Een speciaal beveiligd scheerstopcontact mag wel, maar dat moet minstens 60 centimeter vanaf de kraan zitten. Een trekschakelaar voor je wasmachine is ook toegestaan, mits hij minimaal 2,5 meter hoog en minstens 60 centimeter vanaf het bad, de douche en de wastafel zit.
Heb je wel een aardlekschakelaar, dan is er meer mogelijk, maar kun je nog steeds niet zomaar overal in je badkamer een stopcontact of schakelaar plaatsen.

Neem de zones in acht

Controleer of je een aardlekschakelaar hebt
Badkamer installeren
Schakel de stroom uit voor je begint

In principe hoef je alleen de groep uit te schakelen waartoe de badkamer behoort. In moderne installaties hoef je daarvoor alleen maar een schakelaar op de betreffende zekering(en) om te zetten. Heb je nog ouderwetse stoppen, zet dan eerst de schakelaar van de betreffende groep uit. Daarna draai je de bijbehorende stop er helemaal uit en legt die even aan de kant.
Test voordat je aan het werk gaat of de stroom er echt af is. Niet alleen door het licht aan te doen, maar ook door met een deugdelijke spanningsmeter te controleren of er echt nergens in het gebied waar je gaat klussen meer spanning is.
Gebruik de juiste lampen en apparaten

Welke lampen en apparaten je mag gebruiken in elke zone hangt af van de mate van waterdichtheid. Die kun je bepalen met behulp van de zogeheten IP-code op de verpakking, die bestaat uit de letters IP gevolgd door 2 cijfers. Het tweede cijfer is daarbij de aanduiding voor hoe waterdicht een lamp of apparaat is. Dit zijn de mogelijkheden:
-
De IP-code eindigt op 7. Apparaten en lampen met deze aanduiding zijn bestand tegen onderdompeling, en dus geschikt voor zone 0.
-
De IP-code eindigt op 5. Deze apparaten en lampen zijn bestand tegen waterstralen (maar dus niet tegen onderdompeling) en mogen gebruikt worden in zone 1.
-
De IP-code eindigt op 4. Apparaten en lampen met deze code zijnbestand tegen waterspetters (maar dus niet tegen meer dan dat). Ze mogen gebruikt worden in zone 2, en natuurlijk ook in zone 3.
Houd je eigen veiligheid in de gaten

Ook al heb je de stroom uitgezet toen je begon en weet je zeker dat er geen spanning meer op de aansluitpunten en bedrading staat, dan nog moet je bij klussen met elektra de nodigeveiligheidsmaatregelen in acht nemen:
-
Draag isolerende schoenen, voorzien van rubberen zolen.
-
Zorg ervoor dat je handen helemaal droog zijn. Je kunt voor de zekerheid ook nog isolerende handschoenen aantrekken.
-
Zorg ook dat de oppervlakken die je aanraakt (vloer, muren, eventuele huishoudtrap, enzovoort) droog zijn.
-
Gebruik goed geïsoleerd gereedschap.
-
Gebruik alleen materialen met een CE-keurmerk.